Gezichtsvermogen
De gezichtsscherpte (visus) word getest met de landoltringenkaart. Door onrijpheid van het visuele systeem lukt deze test bij 20% van de kleuters onder de 4 jaar en 4 maanden nog niet. Voor hen kan de finse hyvärinenkaart gebruikt worden of de amsterdamse plaatjes kaart. 
Een herhaalde meting naar enige tijd geeft de meeste informatie

Kleurzien
kleurenblindheid is een geïsoleerde afwijking die alleen te merken is aan het gebrek aan onderscheidingsvermogen voor bepaalde kleuren. het komt voor bij 8% van de jongens en bij 0.4% van de meisjes. Het is recessief geslachtsgebonden (aan het aantal x-chromosonen) erfelijke afwijking.

Dieptezien

Het onderzoek van dieptelijn is onder de leeftijd van 7 jaar van belang voor tijdige opsporing en behandeling van een verminderd gezichtsvermogen door onderdrukking van de prikkelwerking in de hersenen bij intacte anatomie. dit heet Amblyopie. Word opgespoord met de polaroid suppressietest. 

Onderzoeksmethoden bij het gezichtsvermogen conform de landelijke standaard
Voor het visus onderzoek wordt een goed verlichte landoltringenkaart op een afstand van 5 meter gebruikt. De juiste visuswaarde is het getal dat hoort bij de regel met de kleinste ringen die volledig foutloos weergegeven wordt. 
Standaardkaarten, standaardafstand en standaardnotatie horen bij de goede standaard methode. 

Het kleurenonderscheidingsvermogen wordt onderzocht met de kaarten van ishihara. Het ishihara systeem is alleen het rood/groen systeem en geeft geen kwantitatieve uitslag. 

Diepte word getest met de randomdot stereotest van TNO. 

Rapporteer Plaats commentaar