Gezaghebbende auteurs ontlenen hun gezag aan hun kennis van het recht. Hun kennis houdt echter ook een interpretatie van dat recht in. Wanneer een auteur het recht goed interpreteert, dan kan een rechter zich hierop beroep doen. Het stuk van de auteur berust nog steeds uiteindelijk op het positief recht. De rechter maakt nu indirect de rechtsbron.
Je moet onderscheid maken tussen:
kenbron: allerlei verzamelingen gegevens. waaruit rechters, maar ook studenten, leren welk recht bestaat.
rechtsbron: bronnen waaruit het recht ontstaat.