Gewetensvrijheid (ware kern der persoonlijke vrijheid) was belangrijk in de Republiek. Al in de unie van utrecht (1579, art 13) was dit opgenomen. De betekenis en de reikwijdte van de gewetensvrijheid waren echter omstreden. Voor veel gereformeerden betekende christelijke vrijheid de bevrijding van het geweten der gelovigen door de genade Gods. persoonlijke vrijheid was geen wilsvrijheid.
juist of onjuist?