Gewenste situatie

De rechterijsberg beschrijft hoe de (1) werkwijzen, (2) gedrag en (3) interactie eruit zouden moeten zien om goed te kunnen omgaan met wat de context/omgeving vraagt.

  1. Welk aanpassingsvermogen is nodig?

  2. Als dit de context is waarmee je van doen hebt, hoe zouden jullie daar dan beter mee willen en kunnen omgaan?

  3. Hoe ziet de interactie met de context eruit als die wel vloeiend zou verlopen ook al is die context nog steeds niet ideaal?

Rapporteer Plaats commentaar