Gewaarwording: sensatie

  • Energie (licht) > receptor (oog) > transductie (staafjes en kegeltjes) > tussenstations > visuele cortex (kenmerkcellen)
  • Natuurkunde, biologie

Waarneming: perceptie

  • Begrijpen, interpreteren, resultaat
  • Cognitieve psychologie
  • De organisatie van de gewaarwording, de interpretatie van de gewaarwording, het begrijpen van de gewaarwording.
  • Wat we waarnemen is meer dan wat fysisch aangeboden wordt.
  • Interpretatie is snel en onbewust.

Waarneming en gewaarwording zijn de uiteinden van een continuüm.

 

Visuele agnosie:

  • Het niet kennen of herkennen van visuele gezichten en voorwerpen ook al zijn de gewaarwordingen in orde. Belang van interpretatie en organisatie van perceptuele informatie!

Hemineglect:

  • Beschadiging van de pariëtale cortex.
  • Negeren van 1 van de visuele velden. Het niet zien dat er iets ontbreekt. Belang
  • van aandacht en aanvulling!

3 redenen waarom waarneming meer omvat dan alleen het passief registreren van gewaarwordingen:

  • Het inkomend signaal is onvolledig: oogbeweging (hersenen nemen geen info op bij oogbeweging), knipperen, parafoveale waarneming
  • 2D omzetten in 3D: We moeten diepte waarnemen op basis van 2D beelden. Dit gebeurd door volgende mechanismen; binoculaire dispariteit, monoculaire aanwijzingen (grootte,textuur,perspectief,interpositie), bewegingsparallax (dichte objecten bewegen sneller), verre objecten wazig. 2D omzetten in 3D kan leiden tot een illusie (maanillusie).
  • Het inkomend signaal veranderd voortdurend: Ons systeem streeft naar perceptuele constanties (we zien voorwerpen in de buitenwereld als onveranderd ookal veranderd het beeld op ons netvlies door afstand, gezichtshoek, belichting,...) We spreken over vormconstantie, helderheidconstantie, grootteconstantie.

Om constanties te begrijpen maken we gebruik van:

  • proximale simulus: beeld op netvlies veranderd continu. Beelden op netvlies.
  • distale stimulus: voorwerp in de buitenwereld blijft hetzelfde. Objecten in de wereld.

Waarneming is een heuristisch interpretatie proces:

We construeren de meest aannemelijke distale stimulus op basis van proximale stimulus (intelligente beslissing).

Meer aannemelijk dat de mens wegloopt dan dat hij krimpt.

 

Het belang van illusies:

  • Visuele waarnemingen zijn snel en meestal correct. 
  • Wanneer er een fout optreedt/verkeerde perceptie (waarneming) leidt dit tot een visuele illusie.
  • Visuele illusies vertellen ons iets over de verschillende stappen van waarneming. Opsplitsing van visuele illusies: op niveau van stimulus, op niveau van receptoren en op niveau van hersenen.

Illusie op niveau van stimulus: bv. breking van voorwerp in water

Illusie op niveau van receptor: bv. Raster van Herman (door laterale inhibitie)

Illusie op niveau van hersenen: bv. Ponzo illusie

 

Waarneming bestaat uit bottom-up en top-down processen:

Bottum-up: bv. Raster van Herman; informatiestroom van retina naar hersenen

Top-down: bv. Ponzo illusie; informatiestroom van hersenen naar retina

 

 

 

Rapporteer Plaats commentaar