Gevolgen voor de beslaglegger?

    • Derdenbeslag heeft 'blokkerende werking', 475h, lid 1 Rv. Worden beslagen zaken na beslaglegging bezwaard met pand of hypotheek, dan gaat het beslag bij de verdeling van de executieopbrengst vóór het pand- of hypotheekrecht, zie HR Banque de Suez / Bijker q.q. (NJ 1988/748).
    • Bij derdenbeslag op roerende zaken niet-registergoederen geldt: rechten door een derde anders dan om niet verkregen, worden geëerbiedigd, mits de zaak in zijn handen is gekomen en hij toen te goeder trouw was (art. 475h, lid 2 jo. 453a lid 2 Rv). 
    • Wanneer de derde geen verklaring aflegt, de beslaglegger de afgelegde verklaring betwist of de derde zijn verplichting tot betaling of afgifte niet nakomt (477a Rv), kan de beslaglegger genoodzaakt zijn om tegen de derde te procederen. Deze procedures maken deel uit van de tenuitvoerlegging en vervallen daarom door faillietverklaring van de beslagene. 
    • De beslaglegger die beslag legt onder de derde, op een vordering van de beslagdebiteur op de derde, aan welke vordering een recht van hypotheek is verbonden, kan het hypotheekrecht uitoefenen. De beslaglegger profiteert hierdoor van de aan de beslagen vordering verbonden hypothecaire voorrang boven andere schudeisers die verhaal zoeken op het hypothecair verbonden registergoed (HR HJS (NJ 1992/261).

    Rapporteer Plaats commentaar