Gevolgen van het discriminatieverbod

  • Gevolgen van het discriminatieverbod Het discriminatieverbod van art. 49 en 56 heeft twee belangrijke consequenties:
    1 Het discriminatieverbod geldt voor eenieder,
    2 Het discriminatieverbod impliceert een gelijke behandeling.

    Ad 1 Discriminatieverbod geldt voor eenieder In de meeste gevallen is het de nationale wetgeving die door discriminerende bepalingen de grensoverschrijdende vestiging of dienstverlening belemmert. In bepaalde gevallen kan het echter ook voorkomen dat bijvoorbeeld beroepsverenigingen dergelijke eisen hanteren. Ook in dat geval kan de burger of ondernemer voor de nationale rechter art. 49 en 56 tegenover deze beroepsverenigingen inroepen.    

    Ad 2 Discriminatieverbod impliceert gelijke behandeling Onder art. 49 en 56 kunnen ondernemers direct een aanspraak maken op een gelijke behandeling (non-discriminatie). De vestiging en de dienstverlening in een ander EU-land dienen op dezelfde voorwaarden te geschieden als die welke gelden voor de eigen ondernemers in dat land. Dit betekent dat een vrije beroepsbeoefenaar of een vennootschap op dezelfde wijze een vestigingsvergunning moet krijgen. Hij kan op dezelfde wijze grond en gebouwen in eigendom verwerven, contracten sluiten, personeel in dienst nemen, in aanmerking komen voor subsidies, belastingvoordelen genieten en dergelijke. Deze aanspraken kan hij direct voor de bevoegde nationale rechter tegen de betrokken autoriteiten geldend maken.

    Rapporteer Plaats commentaar