Gevolgen proeftijdbeding
Wanneer tijdens een rechtsgeldig overeengekomen proeftijd wordt opgezegd is een aantal regels die de wn of wg in geval van opzegging beschermt, niet van toepassing. Zo wordt een uitzondering gemaakt op de verplichting een goede grond te hebben voor het proeftijdontslag (art. 7:669 lid 7 BW). Op grond van art. 7:671 lid 1 sub b BW is bij opzegging gedurende de proeftijd geen instemming van de wn nodig, en daarom is de preventieve toets bij UWV of kantonrechter ook niet nodig. Voorts is krachtens art. 7:676 BW ieder der partijen, zolang de proeftijd niet is verstreken, bevoegd de ao met onmiddellijke ingang op te zeggen. De termijn in art. 7:672 BW hoeft dus niet in acht genomen te worden. Ten slotte bepaalt art. 7:670a lid 2 BW dat de in art. 7:670 lid 1 t/m 4 en 10 BW genoemde opzegverboden (de 'tijdens'-verboden) niet van toepassing zijn in geval van opzegging gedurende de proeftijd.

d

Rapporteer Plaats commentaar