Gevolgen indien de aandelen in de splitser een deelneming vormen?

  • Op grond van art. 13j Wet VPB kunnen de aandelen in de verkrijger die bij een zuivere splitsing de plaats innemen van de aandelen in de splitser ook weer een deelneming vormen voor de aandeelhouder. Voor dat geval bepaalt lid 2 dat het opgeofferde bedrag van de deelneming in de splitser naar evenredigheid doorschuift naar de deelnemingen in de verkrijgers.
    indien een geldlening voor de financiering van een deelneming is aangetrokken, gaat het ontstane verband tussen lening en deelneming voor de toepassing van art. 10a lid 1 Wet VPB ook gelden tussen de lening en de aandelen die na splitsing in de verkrijger worden gehouden (art. 13j lid 3).

    Rapporteer Plaats commentaar