Gevoelsregels bepalen wat iemand zou moeten voelen in een bepaalde situatie. Dit is afhankelijk van de 'interpretatieregels': of iemand bepaalde emotie heeft of moet hebben.
Er zijn 3 interpretatieregels: 1. Pragmatische regel: het vergelijken van je situatie met wat er beschikbaar is; 2. Morele regel: vergelijken met wat 'goed' is; 3. Historische regel: vergelijken met het verleden.