Geven om te krijgen (votum)
Mensen dachten dat je invloed kon uitoefenen op de houding en het gedrag van goden. Met offers en gebeden kan je dingen van ze gedaan krijgen. Meeste offers waren landbouwproducten. Bijvoorbeeld als de oogst goed was gelukt als dank. De Romeinen hadden zakelijke relatie met de goden. Als je iets gaf, moesten ze wat terug doen. Zijn regel: ‘ik offer om te krijgen’.

Er werden ook dieren geofferd: stier, schaap, varken. Leiding: priester(s). In een plechtige optocht liepen ze naar het altaar. Dier wordt met bijlslag verdoofd, met een mes gekild. Bloed werd opgevangen en over het altaar gegoten (bah!).

Alleen het lever, de longen en het hart werden eerst onderzocht en dan met het bloed op het altaar verbrand (bah!). de rest werd opgegeten door de aanwezigen. Dit ritueel alleen met stier, schaap en varken tegelijk. Niet bij een lam of duif bijvoorbeeld.

Romeinen spraken gebeden hardop uit. Het zag er zo uit:

· De god werd plechtig geroepen.

· Men herinnerde de god aan zijn speciale functie en had een positieve houding tegenover hem.

· Dan volgde je verzoek

· Votum

Je moest je nauwkeurig aan de voorgeschreven regels houden. Als je een fout maakte, moest je overnieuw beginnen. Anders werd de god boos en had je offer of gebed een negatief gevolg.

Rapporteer Plaats commentaar