-Getij stijgt sneller dan het daalt -> vloedstroming landinwaarts is sterker dan de ebstroming land afwaarts -> zandtransport vanuit de zee via de zeegaten naar de getijdebekken. -De mate van asymmetrie wordt beïnvloed door wadplaten: vloedstroming landinwaarts vertraagd -> toenemend oppervlak wadplaten.