Gestructureerde problemen:
Drie fouten worden gemaakt:
1) onoplettend teruggaan: verder af kmen te staan van de oplossing
2) illegale verplaatsingen
3) niet realiseren wat de volgende legale verplaatsing betekent

 

Probleemoplossingsmodel van Newell: probleemoplosser moet het initiële probleem zien en het doel binnen de probleemruimte.

Probleemruimte = elke mogelijke actie die genomen kan worden om een probleem op te lossen, binnen beperkingen.

Algoritme > net zo lang doorgaan tot aan een voorwaarde is voldaan.

Heuristieken > informele, intuïtieve, speculatieve strategieën die soms naar een effectieve oplossing leiden en soms niet.

 

Als mensen niet meteen een oplossing zien worden de volgende heuristieke strategieën gebruikt:
a) doel-eind analyse
b) voorwaarts werken: bij het begin beginnen
c) achterwaarts werken: aan het eind beginnen
d) doen en testen: allerlei soorten acties, niet per se systematisch

 

Isomorfe problemen:
Formele structuur hetzelfde, maar de inhoud verschilt.
Vaak moeilijk om probleemoplossingsstrategieën van de ene naar het andere probleem over te hevelen.

Probleemvoorstellingen zijn erg belangrijk.

 

Rapporteer Plaats commentaar