Gesteld dat (zonder daarmee een antwoord op vraag a te suggereren) de vorige vraag ontkennend beantwoord moet worden. Kan buurman B dan met succes schadevergoeding van architect A vorderen?


  • Wanneer bij overschrijding van de vertegenwoordigingsbevoegdheid de gebondenheid van de achterman niet kan worden aangenomen, bepaalt artikel 3:70 BW, dat de schade die de wederpartij daardoor lijdt, op de onbevoegde vertegenwoordiger kan worden verhaald. Nu gegeven is dat het antwoord op vraag a ontkennend is, kan architect A, met succes worden aangesproken tot schadevergoeding, omdat hij jegens buurman B instaat voor het bestaan en de omvang van de volmacht, terwijl in casu niet blijkt dat B behoorde te begrijpen dat een toereikende volmacht ontbrak (art. 3:70 BW). Het betreft hier een zelfstandige verbintenis van de pseudo-vertegenwoordiger jegens de wederpartij om in te staan voor zijn bevoegdheid.
    NB: indien de architect een ondergeschikte is kan eventueel ook een vordering tegen de werkgever op grond van artikel 6:170 BW worden ingesteld. Enkel optreden als vertegenwoordiger is voor het aannemen van aansprakelijkheid overigens niet voldoende

    Rapporteer Plaats commentaar