Gesteld dat het voor de mens werkelijk een zedelijk vereiste zou zijn het hoogste goed te verwezenlijken, wat zou hieruit dan volgen voor het godsbewijs van Kant? Hij redeneert via de volgende stappen:

  • 1. Het is een plicht om het hoogste goed te realiseren.
    2. Van een plicht kan slechts sprake zijn als de adressant van de verplichting het vermogen heeft aan de eis te voldoen. 
    3. Nu is de mens niet in staat het hoogste goed te realiseren.
    4. Omdat het niettemin een plicht is, moet er een wezen bestaan dat wél in staat is het hoogste goed te verwezenlijken. Dus mogen wij concluderen dat God bestaat. 

    Rapporteer Plaats commentaar