Gestaltwetten

1.       De wet van de nabijheid: Dingen die zich dicht bij elkaar bevinden, worden als groepen gezien. Dingen die zich ver van elkaar bevinden worden als onafhankelijk waargenomen.

 

In de afbeelding zie je waarschijnlijk vijf zuilen in plaats van tien lijnen. Dit komt omdat de afstand tussen de lijnen die gezamenlijk een zuil vormen zo klein is dat we deze groeperen. Dit groeperen doen we echter alleen maar omdat de ruimte tussen de zuilen onderling weer extra groot is.

 

 

2.       De wet van gelijkheid: Twee op elkaar lijkende prikkels worden als bij elkaar horend gezien.

We zien dat de zwarte stippen horen bij de zwarte en de witte bij de witte, terwijl alle stippen gelijk zijn.

 

 

 

 

 

 

3.       De wet van de gemeenschappelijke beweging: Twee personen die op een druk perron tegen de stroom inlopen, lijken bij elkaar te horen, al hebben ze misschien niets met elkaar te maken.

4.       De wet van de goede vorm: Wanneer we een verzameling prikkels als een zinvol geheel kunnen waarnemen, zullen we dat doen.

We zullen de lijnen hiernaast zien als hoofdletter E.

5.       De wet van de geslotenheid: We willen incomplete

figuren of patronen afmaken, zodat er een geheel

                ontstaat. (lijkt veel op wet 4).

 

 

 

 

 

6.       De wet van de instelling: Als we geleerd hebben bepaalde prikkels op een bepaalde manier waar te nemen, zullen we ze op deze manier blijven waarnemen.

7.       De wet van de ervaring: Wanneer bepaalde prikkels door eerdere ervaringen een speciale betekenis hebben gekregen, hebben we de neiging deze overal te zien.

 

Gestaltpsychologie (hoe neem je waar)

•       illusies (niet alles wat we zien berust op juiste waarneming)

•       wetten van

•       nabijheid

•       gelijkheid

•       gemeenschappelijke beweging

•       goede vorm

•       geslotenheid

•       instelling (geleerde wet)

•       ervaring

•       continuïteit

•       ruimte

Multistabiele perceptie               à