Gesprekspartners

leerlingen:
belangrijke punten:

• houding (wees de baas zonder autoritair te zijn) 
  
• vorm (verpakking: vriendelijk maar beslist). 
  

Als je een leerling aanspreekt is de “ik-boodschap” als format te gebruiken:

• je geeft aan wat je voelt, 
  
• je legt uit waarom je er last van hebt 
  
• je vertelt hoe je het wél graag zou willen. 
  

Voor een goede verstandhouding tussen docent en leerlingen is een “gang praatje” (kleine, spontane gesprekjes) een goed middel.

collega's:
contact maken kan door informatie of materiaal uit te wisselen, te trakteren of advies te vragen. Wees jezelf en investeer in het contact. Je hebt ze nodig in je team.

ouders:
fasen:

• voorbereiding (cijfers, incidenten, wat is er aan activiteiten ondernomen, bedenk enkele positieve punten),
  
• opening (begroeting, hand geven, vragen wat de ouder wil bespreken),
  
• het eigenlijke gesprek (beloof niets dat je niet na kunt komen, blijf vriendelijk, bewaak de tijd en vermijd welles-nietes) 
  
• afsluiting (eventueel vervolgafspraak, maak notities of een verslag, afscheid).