Verbale technieken kunnen alleen hun werk doen met een non-verbaliteit, een lichaamstaal die er niet mee in tegenspraak is.
Observeren wat de ander doet, hoe hij/zij kijkt, de toon van wat gezegd wordt, de klemtoon, de geur, hoe hij/zij beweegt, de lichaamshouding, oogcontact is belangrijk.
Voor de betekenis van een zin zijn van belang: nadruk, volume, articulatie, spreektempo en -ritme, melodie, stopwoordjes en ademhaling.
Het volume en de articulatie zorgt voor de verstaanbaarheid van een zin.
Een stemverzwakkinh aan het eind van een vraag kan de bevraagde het signaal geven dat hij nu aan de beurt komt.
Het ideale vraagtempo is eerder langzaam dan te snel:
het geeft de bevraagde voldoende tijd om de vraag te verwerken
het werkt rustgevend
wie snel spreekt geeft de nader het gevoel dat hij/zij niet onderbroken wil worden
wie langzaam spreekt geeft de ander het gevoel dat hij/zij mag reageren
door aan het einde van een vraag te vertragen, laat de vrager weten uitgepraat te zijn