Gesloten groepsklimaat: 
1. Groepsleden blijven onpersoonlijk in hun communicaties en verwijzen daarbij niet naar hun persoonlijke belang of naar concrete personen. 
2. Groepsleden blijven in algemene termen praten. Voorbeeld; generalisaties of clichés. 
3. Groepsleden praten brengen eigen gevoelens nauwelijks of niet ter sprake. 
4. Groepsleden zeggen niks persoonlijks tegen elkaar en blijven spreken over theorieën, analyses etc. 
5. Groepsleden gaan niet in op de onderlinge relaties tussen de groepsleden. 

Open groepsklimaat: 
1. Groepsleden vertellen wat voor hen persoonlijke belangrijk is. 
2. Groepsleden praten over dingen die gebeuren in het hier en nu en die ze ervaren in het hier en nu. 
3. Groepsleden brengen sterkere mate gevoelens in en benutten elkaars gevoelens als waardevolle informatie die de groep verder kan helpen in haar functioneren. 
4. Groepsleden brengen vaker persoonlijke informatie ter sprake; eigen houdingen, waarden, ervaringen etc. 
5. Groepsleden besteden openlijk vaker meer aandacht aan de onderlinge relaties tussen de groepsleden. 

Rapporteer Plaats commentaar