Gesloten economie: Zonder overheid of relaties met het buitenland, zonder investeringen en besparingen.
Kapitaalgoederen: GEbouwen, machines, complete productiestraten. Die het andere bedrijven mogelijk maken om consumptiegoederen te produceren. Bedrijven investeren in kapitaalgoederen om productie mogelijk te maken.
Open economie: Als een land handelsrelaties onderhoud met het buitenland