Geschiedenis paragraaf 3.

4.3 Revolutie in Frankrijk.

Veel Fransen waren ontevreden over de hoge belastingen, het gebrek aan politieke invloed, de privileges van adel en geestelijkheid en de armoede en honger. Om de enorme staatsschulden op te lossen riep Lodewijk XVI in 1789 de Staten Generaal bijeen. De derde stand riep zich daarna uit tot Nationale Vergadering, die een grondwet op ging stellen. Toen dreigde deze vergadering uiteen te jagen, kwam in Parijs het volk in opstand. Daarna begon ook het platteland een gewelddadige revolutie. Veel edelen en geestelijken vluchtten of werden vermoord. In 1791 was de grondwet af. Frankrijk werd een constitutionele monarchie. In 1792 werd Frankrijk een republiek, waarna de koning ter dood werd veroordeeld. Frankrijk raakte ook in oorlog met Oostenrijk, Pruisten en andere landen. In 1793 en 1794 vielen door de terreur van het radicale schrikbewind van Robespierre vele doden. De Franse revolutie eindigde door de staatsgreep van Napoleon in 1799.

Rapporteer Plaats commentaar