Geregelde ontbinding; old habits die hard
De kantonrechter zit in een pro forma ontbindingsprocedure ex art. 7:671b BW vast aan de dwingendrechtelijke bepalingen inzake de ontbindingsdatum, het bestaan van een grond voor ontbinding (alleen als die echt komt vast te staan mag ontbonden worden) en de beperkingen tav de toekenning van een vergoeding. 

Een uitspraak waarin de kantonrechter in de overweging (of zelfs dictum) opneemt dat hij 'verstaat' dat een andere vergoeding wordt betaald, is niet executabel: zo'n beschikking biedt de wn alleen schijnzekerheid.

De way forward voor partijen die een pro forma-ontbinding hebben afgesproken met een vergoeding die afwijkt van de transitievergoeding, is dus om eerst de wg ontbinding te laten vragen, waarna de wn in reconventie een connexe nakomingsvordering tot betaling van de afgesproken vergoeding indient.