Gerechtvaardigde ongelijkheid: sociale en economische ongelijkheden zijn enkel geoorloofd als zij tot voordeel strekken van de minst bevooroordeelden.

Billijke gelijkheidsbeginsel: basisstructuur van een samenleving moet zodanig worden ingericht dat de sociaal en economisch ongelijke posities in beginsel voor iedereen bereikbaar moet zijn.

De beginselen zijn gerangschikt naar lexicografisch. Eerst moet volledig aan het vrijheidsbeginsel zijn voldaan, dan billijke gelijke kans beginsel, daarna gerechtvaardigde ongelijkheid.

Vormen van ongelijkheid in sociale posities is gerechtvaardigd, als niemand wordt uitgesloten van de mogelijkheid om de verschillende sociale posities te bereiken en er is voldaan aan het vrijheidsbeginsel. Volgens Rawls zal hiermee in een werkelijke samenleving op gevoelsmatige wijze worden ingestemd.

Op de prioriteitsstelling is tevens kritiek. Rawls kiest voor deze prioriteit omdat vrijheden essentieel zouden zijn voor de mogelijkheid van een open invulling voor elke conceptie van goed leven. Maar, een individuele invulling van een goed leven kan veel invloed hebben op de mogelijkheden van anderen. Rawls vindt de sociale en economische gelijkheden ondergeschikt aan de formele gelijke vrijheid.