Gerben maakt abusievelijk € 93,50 over aan Stef voor onderhoudswerkzaamheden die Stef heeft verricht aan de verwarmingsketel van Gerben.
Gerben ziet daarbij over het hoofd dat hij het verschuldigde bedrag een week eerder al aan Stef heeft overgemaakt.
Gerben kan de tweede betaling van Stef terugvorderen op grond van:

(a) een natuurlijke verbintenis (art. 6:3 BW).
(b) een verbintenis uit onrechtmatige daad. (art. 6:162 BW).
 (c) een verbintenis uit onverschuldigde betaling. (art. 6:203 BW).
 (d) een verbintenis uit zaakwaarneming (art. 6:200 jo 198 BW).


  • (a) een natuurlijke verbintenis (art. 6:3 BW). = Fout. 
    Kenmerkend voor een natuurlijke verbintenis is dat naleving ervan niet kan worden afgedwongen (art. 6:3 lid 1 BW). De vordering die Gerben op Stef heeft is echter wél in rechte afdwingbaar.

    (b) een verbintenis uit onrechtmatige daad. (art. 6:162 BW). = Fout. 
    Voor een vordering op grond van onrechtmatige daad is nodig dat Stef inbreuk heeft gemaakt op een subjectief recht óf gehandeld heeft in strijd met een wettelijke plicht of de maatschappelijke zorgvuldigheid (art. 6:162 lid 2 BW). Van dit alles is hier geen sprake.

    (c) een verbintenis uit onverschuldigde betaling. (art. 6:203 BW). = Goed. 
    Tussen Gerben en Stef bestond een verbintenis (uit overeenkomst) op grond waarvan Gerben verplicht was € 93,50 aan Stef over te maken voor de door hem verrichte onderhoudswerkzaamheden. Door de eerste betaling van Stef is deze verbintenis tenietgegaan. De tweede betaling is dus zonder rechtsgrond verricht. Gerben kan de tweede betaling als onverschuldigd betaald van Stef terugvorderen. 

    (d) een verbintenis uit zaakwaarneming (art. 6:200 jo 198 BW). = Fout. 
    Zaakwaarneming doet zich voor wanneer iemand willens en wetens, zonder daartoe verplicht te zijn de belangen van een ander behartigt.

    Rapporteer Plaats commentaar