Gerard is bestuurder van Borgel NV. Uit onderzoek blijkt dat Gerard overduidelijk onbehoorlijk bestuurd heeft. De RvC heeft in de statuten expliciet de bevoegdheid gekregen om (voormalige) bestuurders aansprakelijk te stellen namens de vennootschap en begint een aansprakelijkheidsprocedure.
Op welke grond(en) kan Gerard door de RvC van Borgel NV met succes aansprakelijk worden gesteld voor de schade die de vennootschap geleden heeft door het onbehoorlijke bestuur van Gerard?

a. Zowel op grond van art. 2:248 BW als op grond van art. 2:9 BW.
b. Uitsluitend op grond van art. 2:9 BW.
c. Uitsluitend op grond van art. 2:248 BW.
d. Niet op grond van art. 2:248 en niet op grond van art. 2:9 BW.