geometrisch = meetkundig, met passer en liniaal.
organisch = ‘gegroeid’, zoals natuurlijke vormen.
statisch = niet bewegend, in rust (vaak horizontaal/verticaal)
dynamisch = bewegend, schuine lijnen (diagonaal)
vorm = het voorwerp zelf

restvorm = de ruimte om dat voorwerp heen

Rapporteer Plaats commentaar