Geografische grondhoudingen

  • On the move

    de kinderen krijgen de opdracht na de vakantie een foto mee te nemen van hun vakantiebestemming. De kinderen plakken de fotos op grote vellen papier rondom de kaarten van Nederland, Europa en de wereld. Elk kind trekt een lijn van zijn of haar foto naar de juiste plaats op de kaart. Zo ontstaat er uiteindelijk een kaart met lijnen en stippen.

    Met behulp van de fotos en kaarten gaan de kinderen verder aan de slag. Er zijn verschillende mogelijkheden:

    Mogelijkheid 1:

    Ieder kind bespreekt zijn foto via de geografische vierslag. Ze stellen zichzelf de volgende vragen

    - wat zie ik? Hoe ziet het eruit?

    - heb ik dat al ergens eerder gezien?

    - hoe komt het? Waarom daar?

    - wat vind ik ervan? Hoe kan het ook anders?

    Vervolgens komt het multiperspectivisch kijken aan bod en worden de volgende vragen gesteld.

    - waar leven de mensen van?

    - hoe leven de mensen met elkaar samen?

    - Wie is de baas en waar kun je dat aan zien?

    - hoe uiten de mensen zich afzonderlijk en als groep?

    - wat vinden ze belangrijk?

    - hoe ziet de natuur eruit?

    - Hoe gaan de mensen daarmee om>

    De kinderen vinden de antwoorden op verschillende manieren.

    - eigen belevenissen: het gaat om hun favoriete vakantie foto's, dus ze weten er al het nodige van af.

    - ze brengen folders, tijdschriften of boeken mee van huis.

    - ze zoeken informatie in het documentatie centrum.

    In de nabespreking wijs je erop dat voor het verklaren en in het waarderen de geografische grondhouding en het mulitperspectivisch kijken belangrijk is. Antwoorden vanuit verschillende invalshoeken geven een genuanceerdere kijk op de werkelijkheid.

     

    Rapporteer Plaats commentaar