Genreschilderijen uit de 17e eeuw zijn door (kunst)historici op verschillende manieren geinterpreteerd. Welke van de onderstaande uitspraken komt het meest overeen met een realistische interpretatie?
A Het schilderij is een toepassing van artistieke theorieen en technieken
B het schilderij is een verwerking van toen geldende culturele waarden
C het schilderij is een weergave van een moment uit het dagelijks leven