Fenotype = uitdrukking van die erfelijke code, de buitenkant die we zien (haarkleur, opgewekt en impulsief karakter). Vrijwel al onze kenmerken - uiterlijk, gedrag, psychische gesteldheid - worden beïnvloed door het samenspel tussen verschillende genen en omgevingskenmerken. Eeneiige tweelingen = zelfde genotype, maar niet zelfde fenotype. Plek in baarmoeder kan bepalend zijn (toegang tot voedsel).
Endofenotypen = iemands cognitieve, neurologische of hormonale kenmerken: objectief meetbare kenmerken die erfelijk zijn bepaald en stoornissen kunnen veroorzaken.