Genotmiddelen en drugs beïnvloeden de hersenfuncties door impulsoverdracht te stimuleren of te remmen. Op welke manieren kunnen deze de impulsoverdracht stimuleren?
Genotmiddelen en drugs kunnen de impulsoverdracht stimuleren door:
Stoffen die de werking van neurotransmitters nabootsen
Stoffen die neurotransmitters vrijmaken zonder dat er impulsen aangekomen zijn
Stoffen die de afbraak van neurotransmitters remmen