Genetische variatie

1. Mutaties kunnen neutrale en negatieve effecten hebben, maar ze kunnen ook positieve effecten hebben. Leg uit. 
2. Wat betekent recombinatie? En wat is hiervan het gevolg?

3. Naast punt- en genoommutaties heb je ook nog chromosoommutaties. Wat zijn dit?
    opmerking: je hebt ook nog een vierde soort mutatie (genmutaties).
4. Wat is crossing-over? Leg uit. 
5. Wat is een haplotype?

  • 1. Ze kunnen een rol spelen in de evolutie. Een mutatie kan zorgen voor een grotere overlevingskans van de mutant ten opzichte van soortgenoten zonder deze mutatie (survival of the fittest). Door opeenvolgingen van mutaties, recombinatie en natuurlijke selectie kunnen nieuwe soort ontstaan. 

    2. Tijdens de meiose kunnen de chromosomen zich op verschillende manieren ranschikken. Dit wordt recombinatie genoemd. Tijdens de meiose ontstaat genetische variatie door recombinatie van allelen. De chromosomenparen kunnen zich op twee manieren rangschikken (bij elkaar of een in elk van de twee geslachtscellen). Bij 23 chromosomenparen kunnen er dus 2 tot de macht 23 verschillende geslachtscellen ontstaan. 

    3. Tijdens de meiose kunnen delen van een chromosoom afbreken en zich aan een andere chromosoom hechten. Dit wordt ook wel een chromosoommutatie genoemd. Hierbij is er dus iets aan de chromosomen veranderd: er is een stuk verdwenen, verdubbeld of omgedraaid.

    4. Crossing-over is het verschijnsel waarbij twee homologe chromosomen delen uitwisselen. Wanneer de chromosomen zich spiraliseren, kunnen de chromatiden van twee homologe chromosomen in elkaar verstrengeld raken. Er kunnen dan breuken optreden in de DNA-moleculen van de chromatiden. Meestal wordt de breuk hersteld, maar soms treedt crossing-over op. Daarbij hecht een afgebroken chromosoomdeel zich aan het andere chromosoom van het chromosomenpaar. Eén chromosoom kan daardoor de allelen van twee verschillende ouders bevatten. Er zijn dan nieuwe haplotypen ontstaan. (crossing-over versterkt hierdoor het effect van recombinatie van allelen in de chromosomen--> grotere verscheidenheid aan genotypen binnen een populatie)
    Crossing-over kan in een chromosoom op elke willekeurige plaats optreden. Hoe groter de afstand tussen twee allelen in hetzelfde chromosoom, hoe groter de kans dat deze genen door crossing-over worden gescheiden. 

    5. De unieke combinatie van allelen op een chromosoom.

    Rapporteer Plaats commentaar