Genetische variatie die de kans op nakomelingen verhogen overleven de evolutie. Gedrag maakt  onderdeel  uit van de genetische make-up. Gedrag dat gericht is op overleven zal stand houden in de evolutie, zelfs psychopathologisch gedrag. Hiervoor zijn 2 verklaringen gegeven:

1. Een afwijking kan ook een evolutionair voordeel geven. Zo krijgt iemand met zowel van zijn vader als moeder het allel voor sikkel anemie heeft gekregen deze levensbedreigende ziekte, maar iemand met slechts één allel is daardoor beschermd tegen malaria. Stemmingsstoornissen als depressie zouden als adaptief neveneffect hebben dat ze empathie en verzorgingsgedrag opwekken. Dwangmatig schoonmaken beschermd tegen ziektekiemen.
2. Sommige gedragingen leverden vroeger wel voordeel op, maar zijn door veranderde omstandigheden nadelig geworden. Denk aan de angst voor slangen en spinnen. Voorouders konden door de angst en het vermijdingsgedrag overleven. Wij hebben daar niets meer aan en zouden meer hebben aan angst voor industrialisering --> een wijziging van genetische materiaal gaat echter langzaam.