bipolaire stoornissen (variantie:70% eeneiige, 15% twee-eiige) grotere genetische component dan unipolaire stoornissen (variantie: tussen 30 en 60%)
omgevingsfactoren zijn belangrijk
familieleden van mensen met een bipolaire stoornis hebben een verhoogde kans op beide stoornissen terwijl familieleden van iemand met een unipolaire stoornis alleen meer kans hebben op een unipolaire stoornis
sekse verschil in genetische kwetsbaarheid voor depressie, bij vrouwen speelt genen een belangrijkere rol bij mannen omgevingsfactoren
genen die betrokken zijn bij metabolisme van de neurotransmitters noradrenaline, serotonine en dopamine zijn mogelijk van invloed op stemmingsstoornissen
onderzoek naar serotoninetransportgen: 3 varianten: korte, lange en gemengde variant. Mensen met de korte variant zijn bij stress gevoeliger voor depressie dan mensen zonder dit korte gen. Gen-omgevingsinteractie. Het lange gen bied volgens de onderzoekers juist bescherming tegen symptomen van depressie.
HPA-as (hypothalamus, hypofyse en bijnieren) is betrokken bij de regulatie van stress.