Generieke strategieën: kostleiderschap, differentiatie en focus.

 

Kostleiderschap: ondanks dat de producten goedkoper moeten worden, moet het wel voldoen aan competitieve pariteit (het product moet ondanks de lagere prijs, wel van even hoge kwaliteit zijn als de spullen waarmee het concurreert). Voordelen: je kunt flexibeler omgaan met prijsverhogende leveranciers, goede positie tegenover substituten omdat deze vaak duurder zijn, de toetredingsbarrières worden groter. Nadelen: men let alleen nog op de prijs en verliest het totaalplaatje uit het oog, de waardetoevoegende activiteiten zijn makkelijk te immiteren, het voordeel wordt teniet gedaan als klanten meer info over de prijzen krijgen.

 

Differentiatie: wanneer een bedrijf zich van zijn concurrentie probeert te onderscheiden, zodat het een hogere prijs kan vragen.Voordeel: leidt tot een hoge merkloyaliteit waardoor klanten minder prijsgevoelig worden, toetredingsbarrières nemen toe, zorgt voor hogere marges waardoor bedrijven beter met de onderhandelingskracht van leveranciers om kunnen gaan, klantloyaliteit verlaagt de invloed van substituten. Nadelen: er kan een uniek product/dienst op de markt komen waar niemand op zit te wachten, de hoge kwaliteit is voor klanten interessant maar de hogere prijs meestal niet.

 

Focus: wanneer een bedrijf zich richt op een klein deel van de markt. Een bedrijf kan kostleiderschap, differentiatie als beiden toepassen. Nadelen: kostenvoordelen in een segment kunnen verdwijnen, bedrijven raken te gefocust waardoor de behoefte van de klant niet bevredigd kunnen worden.