Genenparen

1. Wat is de locus?
2. In een celkern komen de chromosomen in paren voor. Homologe chromosomen zijn niet alleen gelijk in lengte en vorm, maar komen ook in de loci overeen. Wat houdt dit dus in?

3. Wat is een allel? En hoeveel bezit een diploid organisme?
4. Wat betekent homozygoot? En heterozygoot?
5. Wat is een dominant allel? En een recessief allel?

Voor de meeste erfelijke eigenschappen geldt dat er dominante en recessieve allelen zijn. Bij sommige erfelijke eigenschappen is het onderscheid tussen dominant en recessief minder duidelijk.

  • 1. De plaats van een gen in een chromosoom.

    2. Homologe chromosomen bevatten dan ook genen voor dezelfde erfelijke eigenschappen. In lichaamscellen komen de genen dus in paren voor.

    3. Elk van de genen die op een bepaalde locus kan voorkomen, noemen we een allel. Twee allelen voor een bepaalde eigenschap, die allelenpaar (of genenpaar) wordt genoemd.

    4. Homozygoot betekent dat beide allelen van het allelenpaar gelijk aan elkaar zijn. Heterozygoot betekent dat de allelen van het allelenpaar niet gelijk aan elkaar zijn.

    5. Het dominante allel is het allel dat (bijna altijd) tot uiting komt in het fenotype. Het recessieve allel is het allel dat ondergeschikt is aan het dominante allel.

    Rapporteer Plaats commentaar