genenparen

1. Bij sommige erfelijke bepaalde eigenschappen is het onderscheid tussen dominant en recessief minder duidelijk. Hoe noemen we een dergelijk fenotype dan? En hoe zijn deze eigenschappen dan?

2. Leg uit hoe er genetische variatie ontstaat.

  • 1. Een dergelijk fenotype waarbij de beide eigenschappen met elkaar worden gemengd, noemen we een intermediair. Het fenotype is een mengvorm van beide allelen. De allelen zijn onvolledig dominant. 

    2. Door recombinatie van chromosomen bij de bevruchting ontstaat automatisch ook recombinatie van allelen. Door recombinatie van allelen ontstaat een grote verscheidenheid in genotypen binnen een soort. Men spreekt ook we; van genetische variatie. Hierdoor heeft een soort een grote overlevingskans. Als de milieuomstandigheden wijzigen, is de kans groot dat enkele individuen een gentotype bezitten met een goede aanpassingsmogelijkheid voor de nieuwe omstandigheden. Genetische variatie kan ook tot stand komen door mutaties.

    Rapporteer Plaats commentaar