Geneesmiddelen voor uitwendig gebruik
 kan men verdelen in vaste en vloeibare geneesmiddelen:
Vaste vormen:

•  Strooipoeder, in de dermatologie bijv. bij zwemmerseczeem
  
• Zetpillen of suppositoria (supps), rectaal ingebracht om een lokaal effect te bereiken (bijv. bij aambeien) of een systemisch effect (antibraakmiddel).
• Ovula of vaginale tabletten, bij vaginale schimmelinfecties

Vloeibare vormen:

• Emulsie en suspensie, bij dermatologische doeleinden
• Oplossingen, bijv. neusspray
• Schudmengsel, vaste stof die met vloeistof wordt gemengd, bijv. lotion alba bij jeuk
• Zalf en pasta, smeersels van bepaalde vetten. Meer dan 50% poeder dan is het pasta. Gebruikt bij droge aandoeningen, schilferende eczemen.
• Creme, bestaat uit olie en water of een hydrfiel mengsel. Kan gemakkelijk in de huid trekken, prettiger dan zalf. Wordt gebruikt bij nat eczeem.