Gen: een districte eenheid van erfelijke informatie die bestaat uit een specifieke nucleotidevolgorde.    een gen kan voor meerdere eiwitten coderen.    Op het dna zitten adressen die als startsignaal functioneren voor mRNA synthese. ook wel Promotors genoemd:   Prokaryoot: -35: TTGACA       -10: TATAAT eukaryoot: -75: GGNCAATCT    -25:TATAA  (CAAT en TATA box)    er zijn ook stopsignalen voor synthese op het DNA: Prokaryoot: HairpinsEukaryoot: signaal voor poly-A staart.    tRNA: Brengt de aminozuren bij de ribosomen en hebben een anticodon voor het eiwit dat ze moeten meenemen. 3Basen--> 1 Codon er zijn meerdere codons voor 1 aminozuur.  Startcodon: Metheonine--> AUG Op het mRNA zitten ook Adressen(promotors) Prokaryoot: Purinerijk(Cytosine en guanine) eukaryoot: CAP    Eukaryoot: DNA heeft exonen en intronen: de intronen worden uit het RNA geknipt en mRNA blijft vervolgens over. Het RNA bevat ook weer adressen die de intronen herkennen.    Exonen coderen vaak voor eiwitdomein. door recombinatie veranderen deze gedurende de evolutie. Alternatieve splicing: Door een stukje wel of niet weg te knippen, krijg je 2 verschillende eiwitten. Prokaryoten hebben geen intronen en exonen.     

Rapporteer Plaats commentaar