Gemyeliniseerde axonen. Niet alle zenuwbanen (axonen) sturen even snel signalen door. Twee factoren bepalen de geleidingssnelheid van een axon: de diameter van het axon en de aanwezigheid van een myelineschede. Hoe dikker een axon, hoe sneller de actiepotentiaal doorgegeven wordt. De myelineschede is een dun vetlaagje dat rond het axon ligt en op regelmatige afstand een inkeping vertoont. Deze inkeping wordt de knoop van Ranvier genoemd. Bij gemyeliniseerde axonen reist de actiepotentiaal niet door de segmenten bedekt met myeline, maar springt van knoop tot knoop, waardoor de snelheid van het signaal drastisch toeneemt. Een andere functie van de myelineschede is de isolatie van het axon, waardoor een signaal dat door het axon reist, naburige neuronen niet beïnvloedt.
De myelinisatie is pas voltooid op volwassen leeftijd. Dit is wellicht één van de redenen waarom de cognitieve vermogens van kinderen anders en kleiner zijn dan die van volwassenen. De myelineschede brokkelt ook af bij het ouder worden, wat een verklaring vormt voor het feit dat de informatieverwerking trager verloopt bij oude volwassenen dan bij jonge volwassenen.

Rapporteer Plaats commentaar