Gemiddeld genomen is het positieve affect sterker dan het negatieve affect. Dit betekent dat over het algemeen mensen een enigszins positief welzijnsgevoel hebben. Dit is adaptief omdat een positief welzijnsgevoel individuen aanzet om nieuwe voorwerpen, mensen en situaties te benaderen en exploreren. Bij een negatief welzijnsgevoel heeft men de neiging om zich terug te trekken. Optimaal functioneren begint wanneer het aantal positieve gevoelens 2,5 maal groter is dan het aantal negatieve gevoelens. Bij waarden boven 29 -->excellent, productief, groeiend en weerbaar bij tegenslag.

Een ander fenomeen is dat er consistente verschillen bestaan tussen individuen wat betreft subjectief welzijn (1e meting hoge score, dan meestal 2e meting ook hoog). Sommige mensen blijven zich goed voelen, ondanks objectief moeilijke omstandigheden, terwijl andere mensen zich ongelukkig blijven voelen ondanks welvarende omstandigheden: genetische factoren verklaren 40% van de variatie in positief affect en 55% van de variatie in negatief affect.

Het positieve en negatieve affect worden ook beïnvloed door de opvoeding: aangeleerd optimisme: onaangename ervaring toeschrijven aan een specifieke oorzaak, probleem wijten aan externe oorzaken, oorzaken leed zien als veranderbaar en tijdelijk-->weerbaarder tegen problemen die iedereen meemaakt in het leven.

Het algemene welzijnsgevoel wordt verrassend weinig beïnvloed door gunstige of ongunstige omstandigheden: het subjectieve welzijn ligt enkele dagen na een ingrijpende positieve ervaring hoger, maar zakt snel weer naar het basisniveau. Dit geldt ook voor negatieve gebeurtenissen (zelfs bij chronische aandoeningen). De enige variabele die een langdurige invloed heeft op het algemene subjectieve welzijn is het krijgen of verliezen van een innige relatie.

De geringe invloed van omgevingsfactoren op het subjectieve welzijn blijkt ook uit het feit dat mensen in de westerse wereld nu geen hogere scores van subjectief welzijn laten noteren dan 50 jaar, ondanks het feit dat de materiele welvaart beduidend is toegenomen. Wel zijn er consistente verschillen in de welzijnsscores tussen landen.

Rapporteer Plaats commentaar