Gemengde kosten betreffen uitgaven die weliswaar ten behoeve van de onderneming zijn verricht, maar waarvan wordt verondersteld dat er ook privé-elementen aan ten grondslag liggen. Met de invoering van de hiernavolgende wettelijke regelingen is een overlapping opgetreden met de standsuitgaven (art. 3.14, lid 1, onderdeel a), met dit verschil dat art. 3.14, lid 1, onderdeel b, e.v. en art. 3.15 Wet IB een opsomming geven. Art. 3.14 bevat de opsomming van een aantal posten die in het geheel niet aftrekbaar zijn.Art. 3.15 bevat pasten die voor een gedeelte aftrekbaar zijn. Art. 3.16 en 3.17 betreffen uitgaven ten behoeve van de ondernemer zelf. Art. 3.16 bevat uitgaven die in het geheel niet aftrekbaar zijn. Art. 3.17 bevat uitgaven die ten dele aftrekbaar zijn.Het is van belang te beseffen dat art. 3.14, 3.15, 3.16 en 3.17 pas aan de orde komen, indien van de uitgaven is vastgesteld dat het uitgaven zijn die ten behoeve van de onderneming, dat wil zeggen op grond van zakelijke overwegingen, zijn verricht. Het zijn dus uitgaven die behoren tot de 'voordelen (...) uit onderneming', zoals bedoeld in art. 3.8 Wet IB.