Gemeenten (uitgaven, ontvangsten)

Gemeenten -Uitgaven: ca. 30% van het totaal 
-Aandeel neemt toe: 
-WMO: thuiszorg c.s. 
-Wajong/WSW 
-Jeugdzorg 
De gemeentes nemen ongeveer 1/3evan de uitgaven van de publieke sector in beslag. Dat is dus niet onbelangrijk. De gemeentes krijgen steeds meer taken, waardoor dat percentage ook nog groeit. Na 2015 heeft de gemeentes bijvoorbeeld de Wajong, WMO en de Jeugdzorg op het bordje gekregen. Dit is dus een voorbeeld van een decentralisatie. 

Gemeenten: uitgaven Hiernaast een overzicht met alle gemeentes kosten als percentage van het BBP. 

Gemeenten: ontvangsten -Alle soorten bekostiging
-Zakgeld, kleedgeld en beperkte bijverdiensten 
-Vrij besteedbare overdrachten: uitkering uit gemeentefonds
Gemeentes halen hun geld uit vier soorten bekostiging die we op hebben genoemd: belastingen, prijzen, gebonden overdrachten en ongebonden overdrachten. Bosma beschrijft dan ook zakgeld, kleedgeld en bijverdiensten. Zakgeld is vrij besteedbaar, kleedgeld is gebonden en bijverdiensten mag je helemaal vrij over beslissen. De belangrijkste vrij besteedbare overdrachten komen van de Rijksoverheid, als uitkering uit het Gemeentefonds. Het is een soort verdeelfonds: Rijksbelasting gaat in de pot, en dat wordt vervolgens verdeeld over de gemeentes. 

Relatieve belang  >De inkomstenbronnen van gemeenten bestaan uit zowel algemene uitkeringen (Gemeentefonds), specifieke uitkeringen (gebonden uitkeringen), belastingen en retributies (gemeentelijke belastingen) en overige eigen inkomsten. Ook integratie- en decentralisatie-uitkeringen spelen nog een rol. Die hoef je niet te weten voor de rest en mag je bij het Gemeentefonds rekenen. Overige inkomsten zijn bijvoorbeeld ook de inkomsten uit beleggingen of een havenbedrijf.