Gemeentefonds: methodiek

  • -Omvang: groeit mee met Rijksuitgaven “samen de trap op of de trap af”); ca. 17 miljard 
    -Dus: het wordt krapper
    -Voeding: Rijksbelastingen 
    -Verdeling: objectieve verdeelmaatstaven 
    De omvang is het eerste wat van belang is. Sinds een aantal jaren loopt dat totaal op samen met de Rijksuitgaven. Wanneer die uitgaven groter of kleiner worden, wordt ook het Gemeentefonds groter of kleiner. Dat wordt ook wel de gezamenlijk trap op of de trap af genoemd. Het gaat wel om een flink bedrag: bijna 17 miljard. Het wordt dus krapper wanneer de Rijksoverheid ook minder uitgeeft. De voeding komt dus uit de Rijksbelasting. De verdeling is ingewikkelder: hoe bepaal je welke gemeente welk bedrag krijgt? Daar zijn objectieve verdeelmaatstaven voor. 
    Verdeelmaatstaven -Tientallen, o.a.: 
    -Aantal inwoners 
    -Aantal jongeren 
    -Aantal allochtonen 
    -Oppervlakte buitenruimte 
    -Bodemgesteldheid 
    -Belastingcapaciteit (negatief) 
    Voor die verdeelmaatstaven kijk je naar het aantal inwoners. Hoe meer inwoners, hoe meer geld je nodig hebt. Jongeren kosten meer geld dan gemiddeld, dus ook daar krijg je extra geld voor. Ook voor het aantal extra allochtonen wordt een premie gerekend. Daarnaast worden er ook met andere factoren rekening gehouden, zoals de oppervlakte van de buitenruimte, bodemgesteldheid en de belastingcapaciteit. Dat is een prikkel voor de gemeente om de belastingcapaciteit optimaal te gebruiken. 

    Rapporteer Plaats commentaar