Gemeenschappelijke nationale wet van de echtgenoten ten tijde van de huwelijkssluiting 
De tweede trede heeft betrekking op de gemeenschappelijke nationale wet van de echtgenoten ten tijde van de huwelijkssluiting. Lijkt eenvoudig, maar kan soms lastig zijn. In het boek worden de volgende situaties genoemd:
- Staatloze: indien één of beide echtgenoten staatloos is, dan dient te worden overgestapt naar de volgende trede van de Van Leer-ladder: het eerste huwelijksdomicilie. 
- Meervoudige nationaliteit: Indien iemand meerdere nationaliteiten heeft, mag geen effectiviteitstoets worden aangelegd. Geen effectiviteitstoets. 
- Verwaterde nationaliteit: ook geen effectiviteitstoets. 
- Meervoudig rechtsstelsel: de VS heeft bijvoorbeeld een meervoudig rechtsstelsel. Kijken of het land hieromtrent zelf regels geeft en anders wordt veelal aanknoping gezocht bij het recht van de laatste in die staat gemeenschappelijke woonplaats. Indien ook dit ontbreekt dan moet worden overgestapt naar het eerste huwelijksdomicilie. 
Eerste huwelijksdomicilie 
Duidt op de echtelijke woonplaats, dat wil zeggen de plaats waar de echtgenoten als echtpaar samenwonen. Het duidt op duurzaamheid, nestelen. Het is niet noodzakelijk dat het eerste huwelijksdomicilie meteen na de huwelijkssluiting wordt gevestigd. In het algemeen stelt men hier een termijn van zes maanden. 
Het, alle omstandigheden in aanmerking genomen, nauwst verbonden recht
Zover komt het vaak niet, maar blijkens de rechtspraak gaat het hierbij om zowel persoonlijke als vermogensrechtelijke omstandigheden gedurende de gehele duur van het huwelijk. 

Rapporteer Plaats commentaar