Gemeenschappelijke kenmerken van uitzonderingsgronden
Er zijn nu een aantal uitzonderingsgronden besproken, deze gronden hebben echter verschillende gemeenschappelijke kenmerken:
  • De rechtvaardigingsgronden betreffen publieke, openbare of algemene belangen;
  • De uitzonderingen op de regels van het vrij verkeer worden strikt, dus beperkt toegepast en geïnterpreteerd;
  • Publieke belangen mogen niet worden gebruikt voor protectionistische doeleinden;
  • De uitzonderingsgronden worden grondrechtconform geïnterpreteerd. Lidstaten mogen niet met een beroep op rechtvaardigingsgronden in het Werkingsverdrag maatregelen nemen welke in strijd zouden komen met de bescherming op grond van het EVRM;
  • De rechtvaardigingsgronden hebben een tijdelijk karakter. Zij bieden de lidstaten geen permanente bevoegdheid om maatregelen te blijven toepassen die handelsbelemmerend zijn;
  • De uitzonderingsgronden moeten daarnaast voldoen aan het evenredigheidsbeginsel. Dit houdt in dat handelsbelemmerende maatregelen die op zichzelf een rechtvaardiging vinden in het Werkingsverdrag of de rule of reason evenredig moeten zijn. Deze evenredigheid betreft de geschiktheid, de noodzakelijkheid (de lidstaat moet voor het minst belemmerende alternatief kiezen) en de evenredigheid stricto sensu (de afweging van verschillende tegenstrijdige belangen). Uit de praktijk blijkt echter dat het Hof zich in het algemeen beperkt tot de toepassing van de eerste twee aspecten van het evenredigheidsbeginsel.

Rapporteer Plaats commentaar