(Gematigd) Objectiefrechtelijke theorie?

De objectiefrechtelijke theorie is ontwikkeld in Duitsland. Doorgaans wordt gematigd objectiefrechtelijke theorie gebruikt. Uitgangspunt hier: dat de rechter het objectieve recht toepast op het concrete geval. Objectief= materiele recht over wanprestatie, overmacht, partij heeft bewijslast die beroep doet op rechtsgevolg: art. 150 Rv. Een partij die een beroep doet op rechtsgevolgen heeft stelplicht en zonodig bewijslast. Deze theorie is verankerd in art 150 Rv: “de partij die zich beroept op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten draagt bewijslast van deze feiten of rechten, tenzij (…) ”. De wetgever heeft daarmee een keuze gemaakt voor de objectiefrechtelijke theorie.

 

Er komt nog steeds betekenis toe aan de procesrechtelijke theorie. We hanteren ook de gematigd objectiefrechtelijke leer: zit er in dat we nog rekening kunnen houden met redelijkheid en billijkheid.