Geluidstrillingen komen via de oorschelp en de uitwendige gehoorgang bij het trommelvlies terecht. De trilling van het trommelvlies wordt daarna via de gehoorbeentjes overgedragen op het ovale venster. Het ovale venster brengt vloeistof (perilymfe) in de beweging. op deze manier zet de trilling zich voort en brengt de trilharen (cilia) in beweging in het orgaan van Corti, gelegen in het slakkenhuis (cochlea). Via de gehoorzenuwen komt de prikkel vervolgens terecht in de hersenen en dan nemen we geluid waar. Aan het begin van het slakkenhuis neem je hoge tonen waar. De lage tonen neem je waar in de top van het slakkenhuis.