Geluidsgolven worden ontvangen door het oor en gaan door het auditory canal, hier zorgen ze er voor dat het tympanic membrane (trommelvlies) trilt. Deze trillingen brengen de 3 ossicles (kleine botjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel) in beweging. De stijgbeugel brengt de oval window in beweging en geeft de trillingen door aan het vocht in de cochlea. In de coachlea zit een membraan: organ of Corti. 
Iedere verandering in druk wat wordt doorgeven bij de oval window gaat door het orgaan van Corti als een golf. Het orgaan is samengesteld uit 2 membranen; het basilar membraan en het tectorial membraan. De auditieve receptoren (haarcellen) zijn in het basilar membraan en het tectoriaal membraan rust hierop. Bij verandering in druk beweegt het basilar membraan tegen het tectoriaal membraan hierdoor wordt er een electroimpuls opgewekt bij het auditieve zenuwstelsel. 

Uitleg werking van het oor (engels): http://goo.gl/r5KQYz 
De organisatie van de haarcellen op de basilar membraan is tonotopisch, dat houdt in dat hoge tonen worden het best geregistreerd aan het begin van de cochlea en lage tonen aan het eind van de cochlea. 
Een ander onderdeel van het oor is het vestibular systeem. Dit systeem houdt zich bezig met het evenwicht van het lichaam.