1. Geluidsgolven uit de omgeving worden doorgegeven aan het binnenoor. Gaan door het gehoorkanaal richting tympanisch membraam, (trommelvlies, trommelvlies brengt trillingen over naar drie gehoorbeentjes: hamer aambeeld en stijgbeeld deze versterken de trillingen en geven door aan de cochlea (slakkenhuis)
2. De cochlea geeft de trillingen door in gebundelde vorm aan het baislair membraan.  De cochlea is het belangrijkste onderdeel van het gehoororgaan, het is een spiraalvormige buis gevuld met vloeistof waar geluidsgolvenworden omgevormd tot zenuwimpulsen
3. met de geluidsgolven wordt het basilair membraam in trilling gebracht en de haarcellen die op het basilair membraam zijn verbonden met neuronen zijn de laatste etappe in de omzetting van geluidsgolven in zenuwimpulsen.
4. tenslotte worden de neurale impulsen naar de auditieve cortex verstuurd.