Geluidsfragment 6
Welke facetten van het karakter cq stemmingswisselingen van de graaf worden in de tekst en muziek tot uitdrukking gebracht? 

  • In het 1e recitatief etaleert de graaf zijn wantrouwen en woede vanwege het gedraai van zijn vrouw. Aangeland bij het terzetgedeelte slaat hij een suikerzoete toon aan (overschakeling van C-groot naar As-groot). Dit plotselinge gefleem moet dienen om de gravin te sussen. Aan het eind van het fragment laat de graaf zich van zijn ironische kant zien (en horen) wanneer hij de gravin spottend zijn arm aanbiedt en ze als een innig stel van het toneel verdwijnen.

    Rapporteer Plaats commentaar